Nachtschade

(De Bezige Bij, 1975)

Nachtschade, het boek waarmee Jan Siebelink in 1975 debuteerde, bevat vijf verhalen. Hoogtepunt uit deze bundel is het vader-verhaal ‘Witte chrysanten’ (waarvan een vertaling in het Amerikaanse literaire tijdschrift Short Story International verscheen onder de titel ‘White Mums’), over de bloemenkweker die aan zijn passiviteit en godvruchtige nederigheid te gronde gaat, en de zoon die, doordrongen van wraaklust, voldoening put uit de macabere dood van de man die zijn vader op het laatst zo vernederde.

“Terugziend na ruim vijfentwintigjarig schrijverschap, zie ik tot mijn verbazing dat mijn eerste verhaal ‘Witte chrysanten’, in een bestel van vijftien pagina’s, in aanleg alle thema’s bevat die ik later in mijn romans zal uitwerken: het effect van een streng religieuze opvoeding, de opvoeding, de bloemkwekerij van mijn ouders in Velp als metafoor voor een schuldeloze plek, de beschrijving van een typisch sociale laag in de samenleving, die van de kleine protestantse christelijke middenstand, met al haar zorgen en haar trots.”

Pers

James Purdy

White Mums is a powerful short story.’

Ad Zuiderent

‘Witte chrysanten is mijns inziens een van de beste verhalen uit de recente Nederlandse literatuur.’

Julien Gracq

‘J’ai lu votre nouvelle Chryanthèmes blancs avec grand plaisir. Elle atteint d’un effet vigoureux par les moyens les plus economiques. Elle devra intéresser le public français, et le dépayser aussi, dans le meilleur sens du terme, par cette ambiance a la fois calviniste et torticole, qui en est la marque distinctive.’

Volkskrant (2002, Herman Franke)

‘Je kunt in een nacht grijs worden of je onschuld verliezen. Je kunt ook in een nacht schrijver worden. Dat overkwam Jan Siebelink in het voorjaar van 1975. Bij uitgever Johan Polak had hij zijn vertaling van A rebours ingeleverd. Daarna ging hij op bezoek bij zijn moeder in het Gelderse Velp. Zij gaf hem koffie en een beschuitje met aardbeien. Hij zat tegenover haar bij de schoorsteenmantel op de plaats waar zijn vader, omringt door zwarte geloofsbroeders, was gestorven. ’s Avonds, terwijl zijn moeder tv keek, begon Siebelink zomaar wat op een blocnote te krabbelen. Hij raakte in een roes en kon niet meer stoppen. Die nacht schreef hij ‘Witte chrysanten’, zijn eerste verhaal. Euforisch stelde hij tegen de ochtend op 37-jarige leeftijd vast: ik kan schrijven. Het mooie, grimmige verhaal over groot klein leed werd opgenomen in zijn debuutbundel Nachtschade, dat in hetzelfde jaar verscheen. ‘Mijn God, ik sla hem op zijn bek’, zo begint het. Siebelink trad de literatuur binnen met een linkse directe. Toen ik destijds het interview las waarin hij over zijn eerste verhaal vertelde, dreigde mijn eigen schrijversgeboorte een miskraam te worden. Nu wist ik het: op een nacht kan het zomaar lukken. Ik heb er weliswaar meer tijd voor nodig gehad, maar anders had ik misschien vroegtijdig de moed opgegeven. Siebelink schreef daarna meer dan dertig succesvolle romans als De herfst zal schitterend zijn, Schaduwen in de middag en Vera. Volgende week verschijnt er weer een nieuwe roman van hem. Volgens mij is die schrijfnacht van Siebelink nog steeds aan de gang.’